Zondagochtend de tocht naar het noorden verdergezet. Ons eerste bezoek was aan het 'Tahquamenon Falls State Park'. Dit is het land van 'Hiawatha'. Het is een prachtig natuurgebied, waar herten, elanden ('moose'), beren, vossen, wolven, otters, bevers, arenden,... thuis zijn. De watervallen bestaan uit de 'Upper Falls' (foto), die met 50ft hoog en meer dan 200ft breed, bij de grootste watervallen hoort ten oosten van de Mississipi. De 'Lower falls' bevinden zich 6km stroomafwaarts. In de herfst geeft de verkleuring van de bladeren een extra stimulans om naar dit stukje natuurschoon te komen. Via een website kan de verkleuring over heel Michigan worden gevolgd. De verkleuring begint het eerst in het noorden, voor de piek van de verkleuring waren we wel iets te vroeg, die zou pas een week tot 2 weken later komen.
Na een wandeling van een goed uur reden we richting 'Whitefishpoint', met een van de oudste vuurtorens van Michigan. Na een bezoek aan het huis van de vuurtorenwachter, bezochten we het 'Great Lakes Shipwreck museum'. Het is onwaarschijnlijk, maar in Lake Superior, en vooral het gebied ter hoogte van Whitefishpoint, zijn in de voorbije 4 eeuwen 6000 schepen gezonken, dat is gemiddeld meer dan 1 per maand! In het muzeum loopt een film over het gezonken schip 'The Edmund Fitzgerald', gezonken in 1975. De film toont hoe de originele klok van het schip wordt bovengehaald in aanwezigheid van familieleden van de verdronken scheepslui. De klok staat nu in het muzeum als aandenking aan de gestorven opvarenden.
Na keien rapen op het strand aan 'Whitefishpoint', sloten we de dag af met een lekkere maaltijd (verse zalm en 'whitefish') in een pub aan de 'Upper Tahquamenon Falls', en een biertje ter plaatse gebrouwen in de 'microbrewery'. De nacht brachten we deze keer door in 2 hotelkamers met zicht op 'Lake Superior'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten