donderdag 23 juli 2009

Walvistocht vanuit Sidney

Vrijdagmiddag 17 juli. We rijden richting Sidney, waar we om 18u de ferry nemen naar Vancouver. Eerst staat echter nog een walvistocht op het programma, iets waar we allemaal erg naar hebben uitgekeken. We hopen vandaag orka’s te kunnen zien. We boekten een walvistocht bij Emeraldsea. Jeff Wonnenberg, eigenaar en onze gids tijdens de tocht, laat ons bij aankomst weten dat er nu al 1,5 dag geen orka’s meer gespot zijn. De sedentaire walvissen waren westwaarts getrokken, naar meer open zee. Het was hopen op voorbijtrekkende scholen walvissen... Er waren wel ‘minke whales’, ongeveer even groot als orka’s, maar grijs in plaats van zwart/wit. We krijgen allemaal een waterdicht pak aan met ingebouwde zwemvest en weg zijn we, met Jeff’s snelle zodiac. De eerste dieren die we ontmoeten, is een school kleine dolfijnen. Na een klein uur varen, en wat gezoek, spotten we de eerste walvis. Gracieus glijdt hij door het water, komt boven, waardoor je even de kromming van de rug en de rugvin ziet en dan verdwijnt hij weer onder water. Drie keer op rij komt zo een walvis boven om lucht te happen en verdwijnt dan weer onder water voor +/- 20 minuten. We leren dat vogels in massa de walvissen volgen, omdat vissen, opgeschrikt door de walvissen zich naar het wateroppervlak haasten, waardoor ze een makkelijkere prooi zij voor visetende vogels. De vogels verraden dus de positie van de walvissen. We blijven het spektakel volgen en zien verschillende keren walvissen bovenkomen en weer verdwijnen, een uniek spektakel! Op onze terugtocht varen we langs uitstekende rotsen, waar we tientallen zeehonden zien. Verder zien we weer een zee-arend. Jeff probeert wat kleine vis te vangen voor de arend, maar vangt ‘alleen’ een grote ‘lingcod’, te groot voor de arend. We varen terug naar de haven, waar Stefanie de ‘leukste ervaring van de vakantie’ beleeft: Jeff draait met ons tegen hoge snelheid een paar cirkels met zijn boot, waardoor deze scheef komt te hangen en de kinderen het uitkraaien van plezier! Een uurtje later zitten we alweer op een boot, deze keer de ferry die ons vanuit ‘Swartz Bay’ (Sidney)terugbrengt naar het vasteland, naar de ‘Tsawassen Bay’, ten zuiden van Vancouver. De overtocht over de ‘Strait of Georgia’ gaat langs de ‘Gulf Islands’, wat het heel boeiend maakt. We zitten op het dek, in het zonnetje, met de stilaan zakkende zon die glinstert op het water. Een mooi schouwspel in een uniek stukje van de wereld! .
(foto's volgen, en videobeelden (nieuw speelgoed, dus weet nog niet goed hoe ik die beelden nu moet verwerken,...))

donderdag 16 juli 2009

Beach House tegen Victoria

Dinsdag 14 juli. We verlaten alweer de westkust en trekken nu naar het zuiden van het eiland. We hebben een huis gehuurd aan het strand in Metchosin, tegen Victoria. De grijze vochtige lucht van de westkust maakt snel plaats voor een stralend blauwe lucht en ook de temperatuur stijgt naarmate we onze bestemming naderen. Het ‘beach house’ blijkt nog beter dan gedacht. Ruim en comfortabel, met een rustig wit strand op 20m van het huis, vanuit de tuin toegankelijk via een houten poortje en een kort zigzag weggetje door duinen. Vanuit de living en keuken een majestueus, onbelemmerd zicht op de oceaan. Het huis ligt in een hoefijzervormige baai, in het oosten zien we Victoria, met erachter besneeuwde bergtoppen van onder andere ‘Mount Rainier’ (4392m)(Washington State). In het westen regenwoud met erachter de bergtoppen van ‘Olympic National Park’, ook gelegen in Washington State. Met het huis komen 2 dubbele kayaks en 5 mountainbikes, een pool table in de kelder, speelgoed voor op het strand, en een ‘hot tub’ met zicht op zee... We besluiten heel snel om hier volop van te genieten en het aantal uitstappen te beperken... Activiteiten vanaf onze aankomst tot vrijdagmiddag kan ik samenvatten als volgt: ontbijten met zicht op de oceaan, kayakken, spelen op het strand, luieren in de tuin of op het strand, met de verrekijker speuren naar zeehonden, turen naar voorbijvarende cruiseschepen, vrachtschepen of zeilboten, een kort bezoekje aan Victoria, een partijtje biljarten, aperitieven op het terras, barbecuen, de dag afsluiten onder de sterrenhemel in de ‘hot tub’..

Westkust Vancouver Island

Maandag 13 juli. Op aanraden van onze gastvrouw Tracy doen we in de voormiddag een wandeling op de ‘Wild Pacific Trail’, in Ucluelet. We wandelen op een kustpad, door regenwoud. Een bord waarschuwt ons ervoor dat hier beren voorkomen, poema's (‘cougars’) en wolven, dus we blijven goed bij elkaar. We spotten geen van deze, maar we zien wel zeeleeuwen, die liggen te rusten op de rotsen en genieten van het zicht op de ruwe Atlantische kustlijn. De zee ligt er heel kalm bij, maar we vernemen via de infoborden dat de zee hier wild kan tekeer gaan en dat hier menig schip te pletter is geslagen op de rotsen. Hier wordt niet voor niets aan ‘stormwatching’ gedaan in de winter. Na de wandeling zetten we onze tocht verder, we rijden in de richting van Tofino en picknicken aan ‘Long Beach’, een surfersparadijs, met een wit strand, dat overgaat in regenwoud. Dan is het tijd voor een op voorhand vastgelegde trip. We boekten een bezoek aan Meares Island, begeleid door een indiaanse gids, Tlaook. Er ligt een authentieke grote houten kano voor ons klaar, waarin we allemaal kunnen plaatsnemen. De kano (zo een 100 jaar oud) is gebouwd door de voorouders van Tlaook, een familie van gereputeerde kanobouwers. We krijgen alemaal een roeispaan en beginnen aan een kanotocht van ong. een uurtje, richting Meares Island. Af en toe zien we een zeehondje zijn kopje boven het water uitsteken om snel weer onder te duiken. We zien massa’s kleine kwallen in het water, zeesterren op de rotsen onder water, krabben, ‘giant kelp’ (reusachtig grote zeewier planten, die tot 10cm per dag kunnen groeien en die drijven op het water) en een zee-arend, die ons vanuit een hoge boom op een van de eilandjes gadeslaat. Aangekomen op ‘Meares Island’, beginnen we aan een ontdekking van het eiland. Dit eiland bestaat uit bos, dat door de indianen met veel zorg is behandeld door de eeuwen heen. Zo werd ervoor gezorgd dat bijna geen bomen werden gekapt. Indien ze toch een boom nodig hadden, bvb om een kano te bouwen, maakten ze eerst testgaten om ervoor te zorgen dat niet nodeloos een boom werd gekapt die dan toch niet kon dienen. Ze probeerden van een gekapte boom dan ook zoveel mogelijk nut te hebben. Er werd/wordt soms enkel boomschors verwijderd, zodanig dat de boom zonder problemen verder kan leven en de ‘wonde’ kan helen tijdens de verdere groei. Boomschors van ceders wordt gebruikt om touwen te maken, en zelfs kledij. Onze bijzonder onderlegde gids vertelt honderduit, je voelt echt haar verbondenheid met de natuur van jongsaf aan. Ze verteld ons de levensverhalen van de bomen uit het bos, ze laat ons kennismaken met de bananenslak, met de tientallen verschillende bessenstruiken die het eiland rijk is. Over Meares Island is in 1983 door de indianen een reeks van protestacties gehouden, de stad wou de bomen van het eiland vellen, de indianen eisten het eiland op en trokken naar de rechtbank. Onze gids trok zelfs als jong meisje mee met haar vader naar Brussel om de wereld te sensibiliseren voor het behoud van het regenwoud aan deze westkust van Vancouver Island. De zaak is tot op heden nog steeds niet uitgesproken, maar het unieke Meares Island bestaat nog in zijn volle glorie en wij voelen ons gepriviligieerde bezoekers...De terugtocht per kano is super ontspannend, het roeien gaat vlot en we genieten van de rust en de weidsheid van het water en de de schoonheid van de eilanden en de zee.

maandag 13 juli 2009

Overtocht naar Vancouver Island

Vanmorgen (zondag) na het ontbijt hebben we onze B&B in Pemberton verlaten en trokken we richting Vancouver Island onder een stralend blauwe hemel. Onze ferry vertrok in Horseshoe-Bay net ten noorden van Vancouver net voor 13u. Weer allesbehalve een saaie rit: de bergen, zicht op de gletsjers, meren en dan de 'Strait of Georgia', die we over moesten richting Vancouver Island.
Op de ferry konden we luisteren naar een natuurgids, die ons 40' uitleg gaf over het eiland. We vernamen dat de eerste Europeaan, de Engelse ontdekkingsreiziger James Cook, in 1778 voet aan wal zette op Vancouver Island. De Engelsen, en kort erna ook onder andere Spanjaarden dreven handel met de 'natives' (pelsen). Het zou duren tot 1858 vooraleer de eerste grote goldrush in de Fraser River Valley, Groot-Brittannië ertoe aanzette om British Columbia uit te roepen tot overzeese Britse kolonie.
De gids heeft het verder over de invloed van de ijstijden op Vancouver Island, hoe de ijsrivieren de rotsen uitgesleten hebben, met als resultaat de ronde uitstekende eilanden verspreid rond Vancouver Island. De enige plaats op de wereld waar zulke 'fjorden' te vinden zijn, is in Noorwegen.
Na de overtocht gaat het nog 3 uur verder, want we starten onze verkenning van Vancouver Island op de westkust, wat veel wilder en ongerepter is dan de meer toeristische oostkust en waar zelfs regenwoud is. We logeren in Ucluelet, vlakbij het 'Pacific Rim National Park'. De rit ernaartoe leidt ons door alsmaar weelderiger groen, over de 'Stutton Summit Pass', we zien de wolken meer en meer samenpakken naarmate we de westkust naderen, er is ook meer wind.
Als we uitstappen aan onze B&B met onze shorts en T-shirts besluiten we maar snel onze lange broek weer uit de valies te halen, het is hier minstens 10 graden kouder dan het warme Pemberton dat we vanmorgen achterlieten.
We bezetten de hele 'Majestic Ocean B&B', met zicht op een inham van de Stille Zuidzee, een unieke ligging, een vriendelijke gastvrouw, mooie kamers,... perfect. We haasten ons naar een klein restaurantje (er zijn er maar een paar in Ucluelet), waar we genieten van eenvoudige, lekkere keuken.
Bij onze thuiskomst verwittigt onze gastvrouw ons dat er tijdens onze afwezigheid 3 beren heel dicht bij het huis waren gesignaleerd, dat enige voorzichtigheid geboden is. Nog geen 15' later doet ze ons teken dat we richting strand moeten kijken. Daar loopt, op minder dan 150m van ons, een zwarte beer langs het strand, te zoeken naar voedsel. Precies zoals de natuurgids ons op de ferry had gezegd: bij het terugtrekken van het water (bij laagtij) is voor de beer de tafel gedekt. Hij keert stenen om en zoekt eronder naar schelpdiertjes of visjes en zeewier. We blijven een kwartier kijken en filmen, terwijl ondertussen ook verschillende zee-arenden nieuwsgierig komen kijken en proberen hun deel van het maal te veroveren. Een adembenemend schouwspel...
(filmpje volgt...)

Pemberton en Whistler

Vrijdag werd een overgangsrit, we hadden er ons niet al te veel van voorgesteld. We zouden de Rocky Mountains verlaten en rijden richting Pemberton (tegen Whistler) (709km), wat ons al een heel eind in de richting van Vancouver en Vancouver Island bracht. Onderweg reden we eerst nog een tijdje door Jasper National Park en Robson National Park. Daarna ging het ten zuiden van Wells National Park. Ondanks het feit dat we nadien niet meer door nationale parken reden, bleef de omgeving bijzonder mooi: bergen, bossen, ontelbare meren, ... Heel de weg bleek interessant qua natuur, heel dun bevolkt ook.
's Avonds net tijd om snel iets te gaan eten en onder de wol te kruipen in onze B&B. Zaterdag besloten we het wat rustig aan te doen. Het was zalig warm weer, het beloofde meer dan 30°C te worden. In de voormiddag reden we naar een prachtig gelegen meer in de buurt, het 'Birkenhead Lake', waar we een korte wandeling deden en daarna zwommen, speelden en luierden aan het meer. Nadien reden we naar Whistler (waar de winterspelen 2010 doorgaan) voor een unieke ervaring: een rit met de kabellift tot boven op Whistler-mountain. en daar hadden we gereserveerd voor een 'mountain-top barbecue' in de 'Roundhouse lodge' bovenop de berg. Het was nog warm genoeg om op het grote terras buiten te eten, de barbecue was lekker, er speelde een groepje live-muziek en het 360° panoramisch uitzicht was niet te evenaren...

zaterdag 11 juli 2009

Icefields Parkway

Donderdagochtend in Lake Louise. Gelukkig is het gestopt met regenen en de zon doet zelfs een schuchtere poging. We zijn blij, want vandaag zou een van de hoogtepunten van de reis moeten worden.We rijden van Lake Louise naar Jasper, over de 230km lange ‘Icefields Parkway’. Deze hoort bij de allermooiste panoramische wegen van Noord-Amerika. Onderweg zien we achtereenvolgens:
Ø PEYTO LAKE: prachtig uitzichtspunt
Ø Ijsveld COLUMBIA: grootste ijsmassa in de Rockies. Hier kun je met een ‘snowcoach’ (4x4) op het ijs (2,2km/36$ V,18$ K), dit is wel zeer toeristisch, dus we besluiten dit niet te doen en gewoon vanop afstand van het uitzicht op de gletsjer te genieten.
Ø STUTFIELD GLETSJER: uitzichtspunt op een berg van 900m, die links en rechts bedekt is met het ijs van COLUMBIA
Ø SUNWAPTA WATERVALLEN: op 55km van Jasper
Ø Uitzichtpunt op 4km ten Z van Athabasca. Mooi uitzichtspunt over de Athabasca-vallei en de omringende Bergen. Hier zien we een zwarte beer die in de buurt van een kreek rondwandelt en zich te goed doet aan de vegetatie!! Hier hadden we allemaal, zeker de kinderen, op gewacht, we wilden kost wat kost een wild beer ‘spotten’... en hier hadden we hem... Op dezelfde plaats zagen Evelien en Pieter als enigen een coyote.
Ø ATHABASCA WATERVALLEN* (32km ten Z van Jasper): het water van de Athabasca-rivier valt hier in een diepe ‘gorge’, de enorme krachten van de natuur worden hier weer duidelijk via de ringvormig uitgesleten rotsen op de plaats waar het water neerstort. We doen een korte wandeling die ons vanuit verschillende perspectieven zicht geeft op de waterval. Het is ondertussen toch weer beginnen regenen.
Ø Berg E Edith Cavell* (29km van Jasper): een half uurtje om de berg te beklimmen met de auto. Een adembenemend zicht op de vallei, op het Cavell-meer en op de besneeuwde top van de Cavell-berg, dat is wat de reisgids ons alvast beloofde. Omwille van de regen is het uitzicht echter zeer beperkt.
We rijden de laatste kilometers richting ‘Becker’s Chalets’, waar we de grootste chalet gehuurd hebben voor ons allen voor 1 nacht. We inspecteren de chalet en zien dat het goed is (ruim, proper en verzorgd).
(foto's volgen)

Lake Moraine en Lake Louise

Woensdagochtend pakten we onze valiezen, het was tijd om verder te trekken. We verlieten Golden en reden terug richting Banff National Park . Transcanada Highway 1 hadden we voordien ook al genomen onderweg naar Emerald Lake en deTakakkaw falls, en nog iets verder Lake O’Hara. Deze Hwy 1 volgt de bedding van de Kicking Horse River, deze rivier stroomt van oost naar west door Yoho National Park en wordt gevoed door de Wapta en Waputik-gletsjers en mondt uit in de Columbia-rivier in Golden. De Kicking Horse rivier is een brede wildwaterrivier, met diep uitgesleten dalen, wat deze Hwy 1 tot een ‘scenic route’ maakt, we zagen er ook een paar keer ‘bighorn mountain sheep’ (een wild bergschaap met grote gekrulde horens) langs de kant van de weg . Onderweg bezochten we kort het ‘Spiral Tunnel Viewpoint’, vanwaar 2 spiraalvormige spoorwegtunnels kunnen worden bekeken, deze zijn gebouwd in 1910, omdat het oorspronkelijke traject langs de bergflank te steil was en had gezorgd voor menig treinongeval. Het werd echter een flitsbezoek omdat het te hard regende om lang te blijven staan.Dus ging het verder richting Lake Louise, waar het nog steeds hard regende toen we er rond de middag arriveerden. Niet echt ideaal weer voor een picknick, dus besloten we onze boterhammetjes te houden voor ’s avonds op de hotelkamer en ’s middags op restaurant te gaan. We kozen voor een aanrader uit onze MOON-reisgids, met name het restaurant van het Posthotel, waar een Zwitser aan het fornuis staat. Ingrid en ik hadden een pan-seared salmon met asperges, shitaki-mushrooms en een Aziatische saus, bijzonder geslaagd. Eric koos voor een risotto, Kurt liet zich een zalmburger smaken, de kinderen genoten van hun pasta met tomatensaus. Na de lunch reden we eerst richting Lake Moraine, ook weer een turkoois blauw meer, met een grillige oeverlijn, omringd door bossen aan de ene kant en steile bergen met gletjsers aan de andere kant. Het was koud, misschien een graad of 7, en het regende nog steeds, dus hielden we het bij een korte wandeling langs het meer. De turkoise kleur van de bergmeren wordt veroorzaakt door ‘rock flour’, dit zijn kleine rotspartikels die door erosie loskomen van de omringende bergtoppen en in het meer terechtkomen. Naargelang de grootte van de partikels reflecteren deze verschillende golflengtes, gaande van grijzig tot groenig, blauwig, turkoois, met als resultaat deze felgekleurde meren, met hun vele kleurvariaties, die constant wijzigen naargelang de lichtintensiteit. Na het bezoek aan Lake Moraine reden we terug naar Lake Louise, waar we nu de tijd namen om het meer te bezoeken. Lake Louise is symmetrischer van vorm dan Lake Moraine, ook weer turkoois. Nog een ander verschil is dat er een lelijk hotel aan de rand van het meer staat: het ‘chateau Lake Louise’, waar je voor 1 nacht voor een kamer zonder zicht op het meer $650 betaalt! Ons hotel, de ‘Deer Lodge’, was het tweede hotel, als je van het Lake Louise wegwandelt. Dit hotel, gebouwd in de jaren 1920-1930 ademt geschiedenis uit. De kamers zijn klein, maar voorzien van ale comfort. Ik hield vooral van de grote zitplaats met zetels bij een grote haard, waar we ons ’s avonds, na de kinderen in bed gelegd te hebben, lieten in zakken met een kopje thee.

vrijdag 10 juli 2009

Lake O’Hara: iets te machtig…

Maandag 6 juli zouden we Lake O’Hara bezoeken, dit lag al exact 3 maanden op voorhand vast. Aan een wandeling in de buurt van Lake O’Hara begin je immers niet zomaar. Er is een 11km lange onverharde toegangsweg, elke dag mogen er maximum 50 mensen mee met een bus, die de 11km-lange rit rijdt om je tot aan Lake O’Hara te brengen. Dit om het fragiele ecosystem zo goed mogelijk te beschermen. Om een kaartje te bemachtigen voor deze fameuze busrit, kun je vanaf 3 maanden voor de geplande datum inbellen op een reservatiedienst. Vermits de vraag veel groter is dan het aanbod, dien je exact 3 maanden op voorhand, vanaf 8 uur ‘s morgens proberen binnen te geraken en hopen dat het lukt… Wij hadden dit exact zo gedaan en op 6 april, na een half uur proberen, de nodige kaartjes bemachtigd…!
De bus vertrok om 8u30, dat betekende opstaan om 5u45’ en een uur later de auto in, gepakt met picknick, truien en regenjas aan, want er werd regen voorspeld.
De bus reed ons tot bij een blokhut, waar we een kaart kochten en kozen voor de wandeling naar Lake Mc Arthur: 3,5km, easy/moderate en een klim van minder dan 300m, dat moest wel lukken…
Om een lang verhaal kort te maken, de tocht was prachtig, adembenemend mooi, bijna onwerkelijk, omdat je weet dat je op een plek wandelt waar de natuur zo goed als onverstoord is, omdat er zo weinig mensen komen. Onvergetelijk, ook al waren de zichten voor een stuk belemmerd omwille van het slechte weer. Over slecht weer gesproken, het eerste uur ging vrij goed, het regende, maar onze regenjassen en schoenen leken dit aan te kunnen, we bleven warm en relatief droog. Het laatste stuk naar Lake Mc Arthur begon het echter eerst te onweren, dat duurde gelukkig niet erg lang, maar dan kwam er sneeuwregen, en nog wat later kwam de regen met bakken uit de lucht… Teruggaan was geen optie meer, dus ploeterden we verder. We vergaten even de ellende toen we eindelijk aan het meer kwamen: omringd en gevoed door gletsjers, er lagen nog pakken ijs in ijsschotsen op het water, dat water had een palet aan kleuren, gaande van lichtgroen over turkoois, naar licht- en donkerblauw.
Veel tijd voor genieten hadden we niet want ondertussen was iedereen goed nat en het was er koud, vooral Stefanie had het erg koud en ze wou niet meer stappen. Dat werd dragen, heel de terugweg, voor een groot stuk dezelfde weg terug, we kwamen ondertussen tot het besef dat die 3,5km enkel was en niet de hele tocht… Doordat ze niet stapte, raakte ze nog sneller afgekoeld… Na 45’ doorstappen kwamen we bij een blokhut, waar we aanklopten, omdat we vuur zagen branden en Stefanie nu toch wel heel hard bibberde en ondertussen compleet doorweekt was. De andere groepsleden stapten ondertussen verder, het was nog een kwartiertje stappen. Z over wilden we met Stefanie niet meer stappen, we hadden ondertussen ook een extra fleece gekregen van een wandelaarster, die het laatste stuk met ons was meegestapt. In de blokhut troffen we een handvol mensen aan, die zich er warmden. Onmiddellijk werd warme thee aangebracht,werd Stefanie voor de kachel gezet, we trokken Stefanie’s doorweekte kleren uit en wikkelden haar in dekens en fleece. Ik weet niet hoe lang we daar binnen geweest zijn, maar het leek een eeuwigheid te duren vooraleer we haar weer konden opwarmen, bovenlichaam ging vrij snel, maar vooral haar voeten en onderbenen bleven ijskoud. Nadien trokken we richting blokhut nr.7, met geleende droge kleren voor Stefanie, waar de vrouw die met ons was meegestapt, verbleef voor een week. Zij had ondertussen warme chocomelk gemaakt, we mochten Stefanie in bed leggen om op te warmen. Ondertussen waren Evelien en Nathalie, samen met Kurt en Ingrid en hun kinderen, in ‘le relais’, waar ze hun kleren trachtten te drogen en hun picknick aten. Zij zouden met de bus van 14u30 terugkeren. Ondertussen was Stefanie in slaap gevallen en probeerde ik haar kleren te drogen (met haardroger en op de verwarming in de blokhut). Onze reddende engel (zonder naam, ik besef nu pas dat we niet eens haar naam gevraagd hebben) vertelde ondertussen dat ze elk jaar naar Lake O’Hara komt, elk jaar dezelfde week, en dat haar nonkel gedurende 30 jaar ook elk jaar diezelfde week, naar dezelfde blokhut kwam. Zij had na zijn dood als het ware het recht op het huren van deze blokhut geerfd. Ook hier is de vraag duidelijk veel groter dan het aanbod…Zij vertelde dat het niet ongewoon is dat op een wandeling in juli, de zon schijnt, het plots begint te regenen en zelfs sneeuwen. Je moet dus eigenlijk op 4 seizoenen voorbereid zijn…
Terwijl ik dit schrijf, gloeit de kachel in ons vakantiehuis en zijn onze kleren al bijna droog… Het bezoek aan Lake O’Hara moest iets worden om nooit te vergeten… en dat is het geworden, in meer dan een opzicht!

woensdag 8 juli 2009

Canada: Goldenwoodlodge als uitvalsbasis voor 5 dagen

Goldenwoodlodge was zoals ik het me had ingebeeld. Een omgeving als in een plaatjesboek, met zicht op besneeuwde bergtoppen van bij het ontbijt, wilde herten die ‘s morgens en ‘s avonds vanuit het bos kwamen en graasden op het grasveld voor ons vakantiehuis. Goldenwoodlodge is een ‘green lodge’ van een Zwitsers Koppel, dat hier in 1996 is terechtgekomen. Naast een paar vakantiehuizen, verhuren ze ook tipi’s op hun domein en zijn er B&B-kamers. Bij onze aankomst had de vrouw des huizes op onze vraag voor ons gekookt , een service die door ons allen erg geapprecieerd en gesmaakt werd na onze eerste dag rondtrekken. Golden is onze uitvalsbasis voor dagen, want goed gelegen voor het bezoeken van ‘Kootenay’, ‘Yoho’ en ‘Glacier National Park’.
In Yoho National Park bezochten we zaterdagvoormiddag de Takakkaw-falls en in de namiddag wandelden we rond het ‘Emerald Lake’. Terwijl je rond het meer wandelt, veranderen constant de kleuren van het water, een machtig schouwspel. Zondag hielden we het rustig. In de voormiddag een korte wandeling naar watervallen in de buurt, de Johnson-falls. 's Namiddags werd er met de kano gevaren op de zwemvijver van de Goldenwoodlodge, werd er gezwommen in de zwemvijver, en boekjes gelezen in het grasveld rond de vijver. 's Avonds een barbecue en nadien marshmellows roosteren, zoals rasechte Amerikanen dat doen. Een zalig luie zondag, er kwam immers een zware maandag aan met het geplande bezoek aan Lake O’Hara. Hoe zwaar die maandag zou zijn, konden we op onze zalige zondag niet vermoeden…

Canada: Rocky Mountains

Na maanden van voorbereiding was het vorige donderdag eindelijk zover: de start van onze trip naar Canada, meerbepaald de Rocky Mountains voor een week en daarna via Whistler naar Vancouver Island, om af te sluiten in Vancouver. Ingrid, Kurt, Pieter en Marie vlogen vanuit Frankfurt naar Calgary, wij stegen op vanuit Detroit. Met 2 huurauto’s ging het dan naar ons eerste hotel, ‘The Juniper’ in Banff: subliem panorama vanop het terras en vanuit het restaurant. ‘s Anderendaags het eerste ‘wild’ gespot: een elk langs de kant van de weg in Banff. In de voormiddag beklommen van ‘Mount Sulphur’ (2281m), genoten van het uitzicht en konden we met de kabelbaan terug naar beneden. We verlieten Banff langs het zuiden, wat ons in 'Kootenay National Park bracht', waar we tot aan de ‘Paint Pots’ (3 ronde bronnen, de ene rood, de andere oranje en de derde mosterdgeel gekleurd) wandelden. Voor de indianen waren deze bronnen magisch en ze kleurden hun lichaam met de kleurstof van deze bronnen. Als afsluiter van de namiddag maakten we een stop in de ‘Radium Hot Springs’, waar water van een warmwaterbron (50°C), gebruikt wordt voor het voeden van een ‘hot pool’ (wordt daarvor afgekoeld tot 40°C), daarnaast was er ook een koudwaterzwembad (29°C), dit alles met op de achtergrond de Bergen, een uurtje pure ontspanning, vooraleer we verder reden richting Golden, waar we 5 dagen zouden logeren.
(foto's volgen)

donderdag 2 juli 2009

Canada

Morgenvroeg vertrekken we voor 17 dagen naar Canada: Rocky Mountains, Whistler, Vancouver Island, Vancouver. Ik weet niet of ik de tijd ga vinden om onderweg te bloggen, we zien wel. Anders, tot binnen een goeie 2 weken! Hou jullie goed!

Eric wordt 40

Tijdens Eric's unieke ervaring in Washington, werd er op het thuisfront duchtig voorbereid voor zijn andere grote dag, daags erna, zijn 40ste verjaardag! Vermits de liefde van de man door de maag gaat (onder andere), besloten we te bakken: sandwiches voor het ontbijt en een fruittaart met brokkeldeeg... Natuurlijk kreeg ik hulp van Stefanieke, expert in het deeg kneden...

Eric was laat thuis, dus hadden we net tijd genoeg om de verse sandwichen in de kelder te laten verdwijnen, de brokkeldeeg ging de koelkast in, die zou ik de dag zelf bakken en afwerken...

Het resultaat werd duidelijk gesmaakt...

Washington – een historisch moment!

Het is tijd dat papa ook nog eens stukje schrijft. Op 23 en 24 juni, de dagen net voor die andere grote dag dat ik 40 werd, heb ik een unieke ervaring gehad. Samen met de CEO van Dow Corning, nog enkele andere collega’s en een tiental solar energy klanten spendeerde ik 2 dagen in Washington om de politieke wereld te overtuigen dat investeren in zonneënergie en hernieuwbare energie in het algemeen een grote oportuniteit is. Een opportunititeit om tegelijk de energieportfolio te diversifiëren, de CO2-uitstoot te verminderen en zo de verandering van het klimaat tegen te gaan en dan ook nog eens honderdduizenden nieuw jobs te creëren.
Dow Corning’s enorme investeringen in het domein van zonneënergie, bijna 5 miljard dollar, en het feit dat we met zo een sterke delegatie kwamen, gaf ons veel credibiliteit. Als gevolg had ik de kans om persoonlijk te spreken met sommige van de grote leiders in de huidige Amerikaanse politiek. Ik ontmoette Ed Markey en Henry Waxman, de congresleden die de Energy and Climate Change Bill hebben geschreven. Daarnaast ook senator Barbara Boxer, leider van het 'climate change committee' in de senaat, senator Maria Cantwell, leider van het 'energy committee' in de senaat en nog een vijftal anderen. De belangrijkste ontmoeting was met senator Harry Reid, de senate majority leader en waarschijnlijk de machtigste figuur in de Amerikaanse politiek na president Obama.
Het meest memorable moment was de lunch die ik mocht genieten in de “senate dining room”, waar je alleen binnenkan als je begeleid bent door een senator en op het einde van de dag een prive-tour door het capitool.
Op vrijdag 26 juni heeft het “House”, gelijkaardig aan de kamer in Belgie, de historische “energy and climate change bill” goedgekeurd met een nipte meerderheid. Met deze wetgeving, indien ze ook goedgekeurd wordt door de senaat, gaat de US een leiderschapspositie opnemen op gebied van hernieuwbare energie en CO2-reductie en gaat Obama naar de klimaatconferentie in Kopenhagen trekken met een heel andere attitude dan zijn voorgangers hebben laten zien ten tijde van Kyoto.
Wat een ommezwaai sinds de “drill-baby-drill” rethoriek van de Bush regering….ik ben toch een beetje fier dat ik een klein steentje heb kunnen bijdragen aan deze belangrijke beslissing die de wereld beter gaat maken voor ons en onze kinderen.

gastschrijver Eric Peeters (oftewel 'papa')