vrijdag 10 juli 2009

Lake O’Hara: iets te machtig…

Maandag 6 juli zouden we Lake O’Hara bezoeken, dit lag al exact 3 maanden op voorhand vast. Aan een wandeling in de buurt van Lake O’Hara begin je immers niet zomaar. Er is een 11km lange onverharde toegangsweg, elke dag mogen er maximum 50 mensen mee met een bus, die de 11km-lange rit rijdt om je tot aan Lake O’Hara te brengen. Dit om het fragiele ecosystem zo goed mogelijk te beschermen. Om een kaartje te bemachtigen voor deze fameuze busrit, kun je vanaf 3 maanden voor de geplande datum inbellen op een reservatiedienst. Vermits de vraag veel groter is dan het aanbod, dien je exact 3 maanden op voorhand, vanaf 8 uur ‘s morgens proberen binnen te geraken en hopen dat het lukt… Wij hadden dit exact zo gedaan en op 6 april, na een half uur proberen, de nodige kaartjes bemachtigd…!
De bus vertrok om 8u30, dat betekende opstaan om 5u45’ en een uur later de auto in, gepakt met picknick, truien en regenjas aan, want er werd regen voorspeld.
De bus reed ons tot bij een blokhut, waar we een kaart kochten en kozen voor de wandeling naar Lake Mc Arthur: 3,5km, easy/moderate en een klim van minder dan 300m, dat moest wel lukken…
Om een lang verhaal kort te maken, de tocht was prachtig, adembenemend mooi, bijna onwerkelijk, omdat je weet dat je op een plek wandelt waar de natuur zo goed als onverstoord is, omdat er zo weinig mensen komen. Onvergetelijk, ook al waren de zichten voor een stuk belemmerd omwille van het slechte weer. Over slecht weer gesproken, het eerste uur ging vrij goed, het regende, maar onze regenjassen en schoenen leken dit aan te kunnen, we bleven warm en relatief droog. Het laatste stuk naar Lake Mc Arthur begon het echter eerst te onweren, dat duurde gelukkig niet erg lang, maar dan kwam er sneeuwregen, en nog wat later kwam de regen met bakken uit de lucht… Teruggaan was geen optie meer, dus ploeterden we verder. We vergaten even de ellende toen we eindelijk aan het meer kwamen: omringd en gevoed door gletsjers, er lagen nog pakken ijs in ijsschotsen op het water, dat water had een palet aan kleuren, gaande van lichtgroen over turkoois, naar licht- en donkerblauw.
Veel tijd voor genieten hadden we niet want ondertussen was iedereen goed nat en het was er koud, vooral Stefanie had het erg koud en ze wou niet meer stappen. Dat werd dragen, heel de terugweg, voor een groot stuk dezelfde weg terug, we kwamen ondertussen tot het besef dat die 3,5km enkel was en niet de hele tocht… Doordat ze niet stapte, raakte ze nog sneller afgekoeld… Na 45’ doorstappen kwamen we bij een blokhut, waar we aanklopten, omdat we vuur zagen branden en Stefanie nu toch wel heel hard bibberde en ondertussen compleet doorweekt was. De andere groepsleden stapten ondertussen verder, het was nog een kwartiertje stappen. Z over wilden we met Stefanie niet meer stappen, we hadden ondertussen ook een extra fleece gekregen van een wandelaarster, die het laatste stuk met ons was meegestapt. In de blokhut troffen we een handvol mensen aan, die zich er warmden. Onmiddellijk werd warme thee aangebracht,werd Stefanie voor de kachel gezet, we trokken Stefanie’s doorweekte kleren uit en wikkelden haar in dekens en fleece. Ik weet niet hoe lang we daar binnen geweest zijn, maar het leek een eeuwigheid te duren vooraleer we haar weer konden opwarmen, bovenlichaam ging vrij snel, maar vooral haar voeten en onderbenen bleven ijskoud. Nadien trokken we richting blokhut nr.7, met geleende droge kleren voor Stefanie, waar de vrouw die met ons was meegestapt, verbleef voor een week. Zij had ondertussen warme chocomelk gemaakt, we mochten Stefanie in bed leggen om op te warmen. Ondertussen waren Evelien en Nathalie, samen met Kurt en Ingrid en hun kinderen, in ‘le relais’, waar ze hun kleren trachtten te drogen en hun picknick aten. Zij zouden met de bus van 14u30 terugkeren. Ondertussen was Stefanie in slaap gevallen en probeerde ik haar kleren te drogen (met haardroger en op de verwarming in de blokhut). Onze reddende engel (zonder naam, ik besef nu pas dat we niet eens haar naam gevraagd hebben) vertelde ondertussen dat ze elk jaar naar Lake O’Hara komt, elk jaar dezelfde week, en dat haar nonkel gedurende 30 jaar ook elk jaar diezelfde week, naar dezelfde blokhut kwam. Zij had na zijn dood als het ware het recht op het huren van deze blokhut geerfd. Ook hier is de vraag duidelijk veel groter dan het aanbod…Zij vertelde dat het niet ongewoon is dat op een wandeling in juli, de zon schijnt, het plots begint te regenen en zelfs sneeuwen. Je moet dus eigenlijk op 4 seizoenen voorbereid zijn…
Terwijl ik dit schrijf, gloeit de kachel in ons vakantiehuis en zijn onze kleren al bijna droog… Het bezoek aan Lake O’Hara moest iets worden om nooit te vergeten… en dat is het geworden, in meer dan een opzicht!

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Wij volgen met veel plezier jullie tocht door Canada. Hopelijk is Stefanie al een beetje bekomen van het avontuur!
Liefs
Liselotte en Carmen

Ann zei

Een heel mooi geschreven, maar straf verhaal! Gelukkig maar dat jullie Stefanie op tijd konden opwarmen in die blokhut(ten) en dat er nog solidaire mensen bestaan! Wij doen morgen alvast ook een wandeling in de Smoky Mountains!

Petra Van den Bosch (zus van Kurt) zei

Inderdaad, een straf verhaal, maar zo mooi geschreven! Jij kan zonder problemen schrijfster worden. Van Kurt en Ingrid hadden we al enthousiaste verhalen gehoord over de reis, maar door het lezen van jouw verslagen blijkt nogmaals hoe overgetelijk het moet geweest zijn.
Groetjes uit Heist-op-den-Berg van de zus van Kurt en geniet nog van het leven in Michigan.